- Materiaal. De materialen die ik kan restaureren zijn aardewerk, steengoed, porselein en glas. Meestal kan ik objecten van marmer, jade, ivoor, gips en plastic ook restaureren. Dat komt omdat ik voor de restauratie van deze materialen dezelfde technieken en materialen gebruik.
- De grootte van het object. Hele grote en zware objecten kan ik niet in mijn eentje restaureren. Soms kan ik de hulp van een collega inschakelen, soms moet ik u met uw object doorverwijzen naar een collega die beter uitgerust is voor het behandelen van grote en zware objecten.
- Aanwezigheid van essentiële onderdelen. Om iets te kunnen restaureren moet het merendeel van de gebroken stukjes aanwezig zijn. Ook is het belangrijk dat essentiële onderdelen nog aanwezig zijn. Ontbreekt er te veel van een object, dan kan een restauratie erg moeilijk, tijdrovend en kostbaar worden. Het is bijvoorbeeld heel goed mogelijk om een vingertje van een handje van een beeld bij te maken. Echter als de hele arm ontbreekt, kan het erg moeilijk en duur worden.
- Decoratieve objecten. Objecten die gerestaureerd zijn, zijn in principe niet meer geschikt voor gewoon, dagelijks gebruik. Hierop zijn echter enkele uitzonderingen.
Objecten die gebruikt dienen te worden
Restauraties zijn in principe niet geschikt voor gebruik. Porselein en aardewerk is gebakken in een oven bij temperaturen van meer dan 1000 graden. Omdat het niet mogelijk is objecten opnieuw bij die temperaturen te bakken (de hoge temperaturen veroorzaken spanningen in het materiaal, dit kan scheuren en barsten) worden restauraties met ‘koude’ materialen uitgevoerd.